Er wordt gesproken van nierfalen als de nieren van je kat hun werk niet meer goed kunnen doen. In het lichaam spelen de nieren een hele belangrijke rol. Nieren reguleren niet alleen de vochtbalans, maar voeren ook giftige afvalstoffen af en zorgen ervoor dat de belangrijke stoffen in het bloed blijven. De nieren hebben een enorme reservecapaciteit, dit houdt in dat zelfs beschadigde nieren hun taak heel goed uit kunnen voeren. Pas als meer dan 70 procent van de nieren kapot is, kunnen de nieren niet meer goed functioneren.
Nierfalen komt zeer regelmatig voor bij katten, vooral oudere katten hebben last van deze aandoening. Grofweg kan nierfalen ingedeeld worden in twee categorieën; acuut nierfalen en chronisch nierfalen. De behandeling en prognose verschilt in beide gevallen erg. In dit artikel zal vooral ingegaan worden op de chronische vorm.
Hoe ontstaan chronisch nierfalen bij katten?
Bij chronisch nierfalen is er sprake van onherstelbare schade aan de nieren. Het verlies van de functionaliteit van de nieren gaat vaak geleidelijk, hierdoor heeft het lichaam van je kat de mogelijkheid om zich aan te passen. Daardoor duurt het lang voordat er zich daadwerkelijk problemen voor gaan doen bij je kat. Op een gegeven moment is het lichaam niet meer in staat zich aan te passen en zullen er verschijnselen op gaan treden.
De oorzaak is dan meestal niet meer te achterhalen. Er bestaan heel veel verschillende oorzaken van nierfalen. Bij oudere katten is er vaak sprake van ‘uitputting’ van de nieren. Organen functioneren nu eenmaal minder goed bij oudere dieren. Het achterhalen van de oorzaak heeft ook zelden invloed op de behandeling. Alleen in het geval van infecties of de inname van giftige stoffen kan het zinvol zijn. Hoewel deze twee oorzaken vaker leiden tot acuut nierfalen
Bij bepaalde rassen komt amyloidose voor, dit is een aandoening waarbij er bepaalde eiwitten in de nieren neerslaan. Deze ziekte komt bijvoorbeeld voor bij de Abessijn. Perzen en Britse Kortharen hebben nog wel eens PCKD (PolyCystic Kidney Disease), waarbij er blazen in de nier gevormd worden. Uiteindelijk kunnen beide aandoeningen ook leiden tot chronisch nierfalen.
Hoe kan ik chronisch nierfalen bij mijn kat herkennen?
Zoals eerder gezegd, hebben de nieren een enorme reservecapaciteit. Pas als 70 procent van de nieren kapot zijn, zal je kat verschijnselen gaan vertonen. Dit betekend dat als 1 nier totaal niet meer functioneert en de andere nier nog wel, dat je dus geen verschijnselen ziet. Er is dan maar 50 procent van de totale capaciteit van de nieren aangetast.
De verschijnselen die je zou kunnen zien zijn; veel drinken en veel plassen, misselijkheid, braken en minder eetlust. Ook een doffe vacht en een algehele slechte conditie kunnen aanwijzingen zijn voor nierfalen.
De nieren functioneren minder goed, dit betekent dat ze het bloed minder goed kunnen filteren. Je kat zal hierdoor veel vocht via de nieren verliezen. Dit vocht moet je kat aanvullen door meer te gaan drinken. Misselijkheid, braken en de verminderde eetlust zijn het gevolg van opgehoopte afvalstoffen. Door de verminderde nierfunctie, zijn de nieren ook minder goed in staat stoffen in het bloed te houden die nodig zijn voor de aanmaak van eiwitten. Dit leidt ertoe dat je kat heel veel reserves gaat gebruiken. Vooral spieren worden dan afgebroken.
Hoe wordt de diagnose chronisch nierfalen bij katten gesteld?
Het stellen van de diagnose gebeurt op basis van de verschijnselen, een bloedonderzoek en urine onderzoek. Het stellen van de diagnose is op zich niet heel lastig. Het grote probleem zit hem in het bepalen van het stadium en welke behandeling noodzakelijk is. Binnen de diergeneeskunde worden er vier stadia van nierfalen erkend, die allemaal hun eigen specifieke behandeling vereisen. Vaak zal het onderzoek aangevuld worden met het meten van de bloeddruk van je kat. Soms kan je dierenarts een echo adviseren om te kunnen bepalen hoe de nieren eruit zien.
Wat is de behandeling tegen chronisch nierfalen bij katten?
De behandeling en prognose hangen heel erg af van het stadium en soort nierfalen. Helaas is chronisch nierfalen niet te genezen. De nieren van je kat zullen, ondanks behandeling, steeds een beetje verslechteren. Het behandelen van nierfalen in een vroeg stadium kan er echter wel voor zorgen dat deze verslechtering geremd wordt. Hierdoor gaat het proces langzamer en duurt het langer voordat je kat in een volgend stadium terecht komt.
Iedere kat met nierfalen zal aangepaste voeding moeten krijgen. Deze voeding moet je kat de rest van zijn/haar leven krijgen om ervoor te zorgen dat de nieren minimaal belast worden. Deze voeding is hoog in eiwitten en laag in natrium (een bepaald zout). Als je kat uitgedroogd is, zal hij/zij een infuus moeten hebben en bij een te hoge bloeddruk zal je kat medicijnen krijgen om de bloeddruk te verlagen. Vanaf hier is de behandeling maatwerk. De hoogte van de dosering van de medicijnen hangt af van de hoogte van de bloeddruk en van hoe je kat het verder doet. In sommige gevallen is het noodzakelijk om je kat supplementen te geven met bijvoorbeeld kalium, doe dit altijd in overleg met je dierenarts. Een teveel aan kalium kan leiden tot het plotseling overlijden van je kat!
Naarmate de ziekte verder vordert, wordt het steeds lastiger om je kat goed te behandelen. Bepaal voor jezelf hoever je wilt gaan en bespreek dit met je dierenarts. Hoe moeilijk het ook is, je dierenarts kan je heel goed voorlichten over wat je kan verwachten en samen met jou een realistisch plan opstellen.