- Besmettelijke baarmoederontsteking (CEM)
- Baarmoederontsteking van het paard na de dekking
- Baarmoederontsteking van het paard tijdens de dracht
-
Baarmoederontsteking van het paard na het veulenen
Besmettelijke baarmoederontsteking (CEM) bij de merrie
Besmettelijke baarmoederontsteking is zogenaamde dekinfectie. De aandoening wordt ook wel eens CEM genoemd, wat staat voor contagieuze equine metritis (besmettelijke ontsteking van de baarmoederwand bij paarden). Het wordt veroorzaakt door de bacterie Taylorella equigenitalis.
Hoe ontstaat een besmettelijke baarmoederontsteking (CEM)?
CEM werd voor het eerst waargenomen in 1977 in Engeland. Inmiddels is de bacterie wijdverspreid door Europa, maar is ook te vinden in Japan. Ongeveer 1% van de paarden draagt de bacterie bij zich. De bacterie is niet besmettelijk voor de mens. De besmetting ontstaat tijdens het dekken. Ook direct contact met besmette voorwerpen, bijvoorbeeld tijdens de kunstmatige inseminatie, kan leiden tot een infectie. Veulens kunnen tijdens de geboorte worden besmet. Deze besmetting wordt dan pas bekend op het moment dat er meegedaan wordt aan voortplantingsactiviteiten.
Hoe kan ik CEM herkennen bij de merrie?
Paarden die voor het eerst in aanraking komen met de bacterie, krijgen vaak een baarmoederontsteking. Deze kan heel licht en nauwelijks merkbaar verlopen of juist met heel veel vieze uitvloeiing. De ontsteking is van voorbijgaande aard. Veel merries worden na CEM weer normaal hengstig. Na een eerste infectie, vertonen de meeste merries een volgende keer geen verschijnselen meer. De bacterie blijft wel aanwezig in het geslachtsapparaat van het paard.
Op de lange termijn veroorzaakt CEM verminderde fertiliteit. Dit uit zich in een merrie die lastig drachtig wordt, maar het kan zich ook uiten in het sperma van de hengst. Dit sperma is dan minder fertiel. Daarnaast kan er veel vroeg-embryonale sterfte optreden (opbreken). Het paard wordt dan wel drachtig, maar het veulen sterft dan vroeg in de dracht.
Een paard kan jarenlang drager zijn van de bacterie, zonder er zelf last van te hebben. Een veulen van een besmette merrie kan normaal uitgedragen worden. Hengsten hebben nooit verschijnselen van CEM, maar spelen wel een belangrijke rol in de overdracht van de bacterie.
Hoe wordt de diagnose van besmettelijke baarmoederontsteking gesteld?
Een verdenking van Taylorella equigenitalis kan ontstaan als er meerdere merries, die door dezelfde hengst zijn gedekt, last krijgen van CEM. Voor de diagnose moet de bacterie vastgesteld worden en zal er dus een uitstrijkje gemaakt moeten worden bij de hengst of een van de merries.
Wat is de behandeling van besmettelijke baarmoederontsteking (CEM)?
De behandeling bestaat uit het toedienen van lokale antibiotica, nadat het geslachtsapparaat grondig is gewassen met een desinfecterende zeep. Voor zowel merries als hengsten is er een therapieschema opgesteld. De behandeling duurt ongeveer 9 dagen en is niet altijd effectief. Soms moet er nog een tweede of derde keer behandeld worden voordat de merrie of hengst weer helemaal gezond is.
Daarnaast is het heel belangrijk om goede hygiëne en desinfectie te hebben rondom het dekken. Kunstmatige inseminatie in plaats van een natuurlijke dekking kan ook uitkomst bieden bij merries die last hebben van CEM. Hengsten die de bacterie T. equigenitalis bij zich dragen, moeten uitgesloten worden van natuurlijke dekkingen. Ook is het onverstandig het sperma van deze hengsten te gebruiken tijdens de kunstmatige inseminaties.
Baarmoederontsteking van het paard na de dekking
Een postcoïtale (of ‘post breeding’) endometritis bij het paard is een baarmoederontsteking die ontstaat na de dekking (coïtus). Sperma is niet steriel. Dit betekent dat hier ziekteverwekkers en andere vuiligheden in aanwezig kunnen zijn. De meeste merries hebben een goede afweer tegen deze ziekteverwekkers, maar in sommige gevallen heeft de baarmoeder na de dekking onvoldoende tijd gehad om te genezen en ontstaan er problemen.
Wat is de oorzaak van baarmoederontsteking na de dekking?
Tijdens de dekking staat de baarmoedermond van de merrie open. Dit is noodzakelijk, het sperma moet immers in de baarmoeder terecht komen om de eitjes van de merrie te kunnen bevruchten. Niet alleen sperma komt op deze manier in de baarmoeder terecht, ook andere ziekteverwekkers en vuiligheid wordt op deze manier in de baarmoeder achtergelaten. De baarmoeder van het paard reageert hierop met een ontstekingsreactie. Deze ontstekingsreactie is nodig om de dode spermacellen, het ontstekingsvocht en ziekteverwekkers op te ruimen. Dit gebeurt binnen 48 uur na de dekking. Sommige paarden zijn niet in staat om deze ontstekingsreactie, die heel natuurlijk en noodzakelijk is, op tijd op te ruimen. Er is dan nog een ontsteking gaande op het moment dat de baarmoeder eigenlijk gereed zou moeten zijn voor de bevruchtte eicel. Als de ontsteking te lang aanwezig blijft, blijft er teveel vocht achter in de baarmoeder. Het paard zal dan niet drachtig worden. Ook de meegebrachte bacteriën kunnen zorgen voor een baarmoederontsteking. Paarden zijn niet altijd in staat de tijdens de dekking meegebrachte bacteriën te elimineren. Er ontstaat dan een bacteriële endometritis.
Hoe kan ik baarmoederontsteking na de dekking herkennen?
Het paard wordt ondanks dekking of inseminaties niet drachtig. Omdat de vochtophoping in de baarmoeder is, zal er niet altijd uitvloeiing te zien zijn. Ook zal de cyclus van het paard veel korter dan de gebruikelijke 21 dagen zijn. Bij een bacteriële endometritis zal de merrie ziek zijn, eventueel kan ze koorts hebben. Dit is echter niet altijd zo. Vaak is de merrie sloom en eet ze minder.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Een merrie die niet drachtig wordt, onregelmatig hengstig is en/of uitscheiding uit de schede heeft, is verdacht van een baarmoederontsteking. Onderzoek van je dierenarts kan het vermoeden versterken. Vaak zal je dierenarts een echo maken van de baarmoeder om op die manier te kijken naar hoeveel vocht er in de baarmoeder staat. Vaak is het ook nodig om een uitstrijkje te maken om te kijken of bacteriën een rol spelen. Het is daarbij van belang te bepalen welke bacteriën een rol spelen.
Wat is de behandeling van een baarmoederontsteking na de dekking?
Als er sprake is van een bacteriële endometritis, zal er met antibiotica behandeld moeten worden. Echter zijn veel van de postcoïtale baarmoederontstekingen niet bacterieel en in veel gevallen zal antibiotica onvoldoende helpen. In veel gevallen is het noodzakelijk om de merrie medicatie te geven die ervoor zorgt dat het overmatige vocht afgedreven wordt. Ook kan je dierenarts besluiten om de baarmoeder van je paard te spoelen om het op die manier te helpen schoon te worden.
Hoe kan een baarmoederontsteking na de dekking worden voorkomen?
Een bacteriële endometritis na de dekking kan worden voorkomen door te letten op goede hygiënische omstandigheden bij gebruik van kunstmatige inseminatie. Daarnaast is het altijd verstandig om de dekking te laten begeleiden door een ervaren paardendierenarts. Deze kan risicofactoren snel diagnosticeren en behandelen, zodat de kans op een baarmoederontsteking kleiner wordt.
Baarmoederontsteking tijdens de dracht
Ook tijdens de dracht kunnen er baarmoederontstekingen aanwezig zijn. Deze ontstekingen gaan vaak gepaard met een ontsteking van de nageboorte/placenta (placentitis). De ontstekingen die tijdens de dracht aanwezig zijn, worden vaak veroorzaakt door ziekteverwekkers. Bijvoorbeeld bacteriën, schimmels, virussen en gisten. Er kan een klein deel van de baarmoeder ontstoken zijn, het kan ook zijn dat de gehele baarmoeder ontstoken is.
Hoe ontstaat baarmoederontsteking tijdens de dracht?
Een baarmoederontsteking kan grofweg op twee manieren ontstaan. Via de bloedbaan of via de schede. Verschillende verwekkers hebben allemaal hun eigen manier om de baarmoeder te bereiken. Virussen en gisten doen dit veelal via de bloedbaan. Terwijl bacteriën veelal via de schede binnenkomen. In veel gevallen komen de bacteriën de baarmoeder in doordat de baarmoedermond van de merrie slecht sluit. Ook kan het zijn dat de merrie lucht zuigt via de schede en op die manier bacteriën naar binnen zuigt.
Hoe herken ik baarmoederontsteking tijdens de dracht?
Baarmoederontstekingen tijdens de dracht zijn vaak lastig te herkennen. Als het Rhinopneumonie virus (EHV1) de oorzaak is van de baarmoederontsteking, dan zorgt het virus er vaak voor dat de merrie aborteert voordat er iets opgemerkt wordt. Er treedt dan vroegembryonale sterfte op. Meestal zijn de merries niet zichtbaar ziek. In sommige gevallen is er een wittige uitvloeiing te zien uit de vulva van de merrie.
In bijna alle gevallen van een endometritis (baarmoederontsteking) tijdens de dracht, zal de merrie verwerpen/aborteren of zal het veulen te vroeg geboren worden. Dit kan een oplettende fokker in de gaten hebben doordat de het uier onverwachts vroeg ontwikkeld of doordat er melk geproduceerd wordt.
In sommige gevallen heeft de merrie wel een normale draagtijd, maar dan wordt er een dood veulen geboren. Ook kan het veulen heel slap ter wereld komen. Daarnaast is het zelfs mogelijk dat het veulen gezond ter wereld komt, maar dan binnen enkele dagen doodziek wordt.
Hoe wordt de diagnose bij het paard gesteld?
Omdat er zoveel verschillende verwekkers bestaan, is het heel lastig om een goede diagnose te stellen. Daarnaast verlopen veel van deze soort baarmoederontstekingen zonder dat iemand het doorheeft. Er treedt vroeg-embryonale sterfte op of er zijn helemaal geen symptomen waar te nemen.
De diagnose zal daarom ook niet altijd op dezelfde manier gesteld worden, afhankelijk van wat je dierenarts vermoed dat de oorzaak is, zal hij/zij ervoor kiezen om een bepaalde test uit te voeren. Soms kan je dierenarts middels een rectale echo de baarmoeder en vruchtvliezen onderzoeken. Vaak is er dan een indruk te krijgen van de verwekker. Ook de voorgeschiedenis van de merrie kan van belang zijn. Hoe zijn eerdere drachten verlopen, zijn er operaties geweest of heeft de merrie net een virusinfectie doorgemaakt. Ook kan je dierenarts besluiten om via de vagina in de baarmoeder te kijken.
In veel gevallen kan het heel nuttig zijn om de placenta van een geaborteerd veulen te laten onderzoeken. Hier kunnen bepaalde verwekkers in gevonden worden. Het vinden van deze verwekkers kan ertoe leiden dat er met een volgende dracht op de juiste manier en tijdig ingegrepen kan worden. Je weet dan welke ziekteverwekker een rol speelt bij je merrie. De kans is groot dat dezelfde verwekker bij een volgende dracht weer voor problemen gaat zorgen. Laat de placenta dus altijd controleren door je dierenarts, zeker als het veulen te vroeg of dood is geboren!
Wat is de behandeling van baarmoederontsteking tijdens de dracht?
Als de baarmoederontsteking op tijd wordt vastgesteld, bijvoorbeeld als je al weet welke verwekkers in het verleden bij jou merrie voor problemen hebben gezorgd, kan er goed behandeld worden. De behandeling moet wel langdurig gegeven worden en bestaat uit antibiotica, ontstekingsremmers en hormonen om de dracht in stand te houden. Als er bacteriën binnengekomen zijn doordat je merrie lucht zuigt via de schede, kan een operatie (Caslick operatie) uitkomst bieden. De merrie wordt dan ‘dichtgezet’ en kan geen lucht meer aanzuigen. Bij deze operatie is het heel belangrijk dat de schede tijdig weer open gemaakt wordt (door je dierenarts!) om het veulen geboren te laten worden. Helaas is er geen behandeling voor baarmoederontstekingen die het gevolg zijn van virussen, schimmels of gisten.
Hoe kan een baarmoederontsteking tijdens de dracht worden voorkomen?
Het is heel belangrijk om te zorgen voor begeleiding van je dierenarts tijdens de voortplanting. Zoals in andere stukken in deze paardengezondheidswijzer beschreven, kunnen er verschillende problemen optreden die door een dierenarts tijdig herkend kunnen worden. Wanneer je merrie ooit eens eerder een abortus of een te vroeg geboren veulen heeft gehad, is het altijd nuttig om de placenta in te laten sturen voor onderzoek. Zoals eerder gezegd veroorzaken verwekkers vaker achter elkaar problemen die dan eventueel tijdig behandeld kunnen worden. Een goede conditie van je merrie tijdens de dracht is ook heel belangrijk, zorg daarom dus voor goede voeding, voldoende sociaal contact, goede huisvesting en de juiste inentingen.
Baarmoederontsteking bij merries na het veulenen
Endometritis, oftewel baarmoederontsteking, komt regelmatig voor bij paarden. Zeker bij merries waar regelmatig mee gefokt wordt. Ze kunnen voorkomen in het dekseizoen, tijdens de dracht, kort na het veulenen of onafhankelijk van het seizoen. In principe kan iedere merrie een endometritis krijgen, dus ook de paarden waar niet mee gefokt wordt. In dit stuk zal de baarmoederontsteking net na het veulenen (endometritis post partum) behandeld worden.
Hoe ontstaat een endometritis?
Een endometritis is een ontsteking van de wand van de baarmoeder. De baarmoederwand produceert hierbij heel veel vocht wat in de baarmoeder achter kan blijven of wat naar buiten kan komen via de schede (vulva). Niet in alle gevallen heeft een merrie dus vieze uitvloeiing als er een baarmoederontsteking aanwezig is. Het paard ‘vuilt’ als er sprake is van uitvloeiing uit de vulva.
Een baarmoederontsteking ontstaat vaak doordat er ziekteverwekkers in de baarmoeder terecht zijn gekomen of doordat de baarmoeder niet in staat is geweest de vreemde inhoud af te drijven. Dus bijvoorbeeld als het sperma of de placenta lang in de baarmoeder aanwezig blijft, wordt dit door de baarmoeder gezien als ‘niet eigen’ en daar gaat de baarmoederwand dan op reageren. Dit doet de baarmoederwand door te gaan ontsteken in de hoop de vreemde stoffen op te ruimen of naar buiten te drijven. In hele enkele gevallen kunnen ziekteverwekkers naar de bloedbaan gaan en ontstaat er een bloedvergiftiging (sepsis).
Wat is de oorzaak van een endometritis post partum?
Bij een endometritis post partum is er bijna altijd sprake van een achtergebleven stukje placenta (nageboorte). Ook een heel klein stukje kan al zorgen voor een ernstige baarmoederontsteking. Het is dus heel belangrijk dat je de nageboorte na het veulenen laat controleren door je dierenarts. De gehele placenta dient binnen 6 uur na het veulenen afgekomen te zijn. Ook beschadigingen van de baarmoeder of de geboorteweg kunnen leiden tot een endometritis post partum. Dit kan gebeuren door bewegingen van het veulen of handelingen die nodig waren om het veulen in de goede ligging te krijgen. Als laatste kunnen onhygiënisch uitgevoerde onderzoeken (bijvoorbeeld het ‘opvoelen’ van de merrie zonder dat de handen goed gereinigd zijn) tijdens of na de geboorte leiden tot een ontsteking.
Hoe kan ik een baarmoederontsteking na het veulenen herkennen?
De typische endometritis post partum treedt op binnen enkele dagen na het veulenen. Deze ontsteking is altijd een bedreiging voor de merrie en bij iedere verdenking moet er absoluut contact opgenomen worden met een dierenarts! Veel fokkers herkennen deze vorm van endometritis vrij snel. Het paard wordt ineens minder attent en krijgt vaak hoge koorts. Vaak is de placenta niet of niet geheel afgekomen. De merrie “stond aan de nageboorte” of had een “retentio secundinarum”. Ook kan de merrie hoefbevangen raken, soms wordt de ziekte pas herkend als de merrie hoefbevangen is. Ze wil dan niet meer lopen of loopt heel kort. Bij ieder paard, die net geveulend heeft, die niet meer attent is en (hoge) koorts heeft, moet je direct contact opnemen met je dierenarts! Een merrie waarvan de nageboorte (placenta) niet helemaal is afgekomen (of helemaal niet) heeft een hoger risico en dient extra in de gaten gehouden te worden.
Hoe wordt de diagnose baarmoederontsteking na het veulenen gesteld?
Je dierenarts zal in de eerste plaats willen weten hoe de geboorte is verlopen en of de nageboorte/placenta in zijn geheel is afgekomen. Wanneer er op enig moment tijdens het veulenen problemen waren, is de kans op een endometritis vergroot. Je dierenarts zal de diagnose stellen na inwendig onderzoek van het paard.
Wat is de behandeling van een baarmoederontsteking na het veulenen?
Afhankelijk van de ernst van de verschijnselen moet er een bepaalde behandeling ingezet worden. Ervan uitgaande dat de merrie nog niet hoefbevangen is, is de behandeling het veelvuldig spoelen van de baarmoeder. Dit spoelen mag niet met gewoon kraanwater gebeuren, maar moet met een bepaalde vloeistof gebeuren die aangepast is op wat de weefsels nodig hebben. Je dierenarts zal eerst eventuele resten van de placenta uit de baarmoeder moeten verwijderen voordat er gespoeld kan worden. In veel gevallen zal de baarmoeder gedurende enkele dagen tot een week gespoeld moeten worden. In ernstige gevallen kan het nodig zijn dit meerdere keren per dag te doen. Tevens zal je dierenarts je merrie een bepaald hormoon inspuiten wat ervoor zorgt dat de baarmoeder zich samentrekt. Dit is noodzakelijk, omdat op die manier alles uit de baarmoeder geperst wordt.
Afhankelijk van de ernst kan je dierenarts ervoor kiezen deze behandeling aan te vullen met ontstekingsremmers en/of antibiotica. Daarnaast is het heel belangrijk dat je zelf gaat letten op de temperatuur, het verloop van de uitvloeiing (hoe veel is het en hoe ziet het eruit) en eventuele verschijnselen van hoefbevangenheid.
Hoe kan een baarmoederontsteking na het veulenen worden voorkomen?
Helaas is een endometritis post partum niet altijd te voorkomen. In veel gevallen kunnen bepaalde dingen wel helpen. Bijvoorbeeld beweging in de eerste dagen na de geboorte. Dit zorgt ervoor dat de inhoud van de baarmoeder sneller afgevoerd wordt en de merrie dus eerder ‘schoon’ is. Ook het drinken van het veulen zorgt ervoor dat het hormoon oxytocine vrijkomt, wat ervoor zorgt dat de baarmoeder zich beter samentrekt. Hierdoor kunnen viezigheden sneller afgevoerd worden. Daarnaast is hygiëne rond de geboorte van het veulen zeer belangrijk, zoals eerder besproken is. En niet geheel onbelangrijk is ervoor zorgen dat de gehele placenta binnen 6 uur afgekomen is. Als je hier niet zeker over bent, is het verstandiger je dierenarts te vragen langs te komen dan het af te wachten.