Stalondeugden zijn dwangmatige gedragingen van een paard. Een stal is een onnatuurlijke omgeving voor een paard, paarden die veel binnen staan zullen zich gaan vervelen. Als gevolg van deze verveling en stress kunnen ze stalondeugden (of stalgebreken) ontwikkelen.
Stalondeugden kunnen relatief onschuldig zijn, zoals onrustig gedrag als het voertijd is of met de hoef over de grond schapen. Andere stalondeugden zijn stereotypieën; herhaaldelijke dwangmatige bewegingen die geen duidelijke functie hebben. Hieronder vallen bijvoorbeeld het boxlopen, weven, luchtzuigen en kribbebijten als bekendste. Deze stereotypieën maken endorfine vrij in de hersenen, deze endorfine werken verslavend en zorgen voor een gelukkig gevoel. Hierdoor voelt het paard nog meer de drang om dit gedrag vaker uit te voeren. In dit artikel wordt er vooral ingegaan op de stereotypieën.
Boxlopen
Tijdens het boxlopen loopt een paard heen en weer of in cirkels. Dit gedrag kan op stal, maar ook in de weide vertoont worden. Het paard volgt vaak een vast patroon van steeds dezelfde afstand, steeds langs dezelfde rand van de weide etc. Dit gedrag wordt vaak eindeloos uitgevoerd, veel paarden nemen geen rust en gaan door tot ze baden in het zweet. Hierdoor kunnen ze uitdrogen. Ook door de langdurige ongelijke belasting van gewrichten, pezen, hoeven en/of gewrichtsbanden kunnen er kreupelheden ontstaan.
Weven
Bij het weven zien we een paard wat de voorhand en hoofd afwisselend naar links en rechts beweegt. Het paard verplaatst daarbij constant het gewicht van het linker voorbeen naar het rechtervoorbeen. Bij weven is er langdurig sprake van de beweging, dus niet van een paar schommelingen, maar juist van minuten tot zelfs uren onafgebroken bewegen. Weven kan leiden tot slijtage van het bewegingsstelsel. In extreme gevallen kan het leiden tot abnormale spierontwikkeling.
Luchtzuigen en kribbebijten
Deze twee gedragingen liggen erg dicht bij elkaar. Bij het luchtzuigen houdt het paard zijn/haar hoofd in een bepaalde houding en zuigt lucht naar binnen, hierbij hoor je vaak een kolkend geluid. Bij het kribbebijten doet het paard hetzelfde, maar zet hierbij de tanden tegelijkertijd vast op een hard oppervlak. Zoals de rand van de staldeur of de stalen voerbak. Paarden die dit gedrag vertonen hebben een verhoogde kans op maagzweren en koliek. Ook beschadigen kribbebijters hun gebit.
Waarom krijgt mijn paard stalondeugden?
Stalondeugden zijn aangeleerde gedragingen die het doel voorbij zijn geschoten. Veel gedragingen zijn ontstaan vanuit een compensatie. Paarden besteden in de vrije natuur het grootste gedeelte van de dag aan grazen, waarbij eten en lopen constant worden afgewisseld. De rest van de tijd wordt besteed aan sociaal contact en aan rusten. Door de moderne huisvesting is het niet altijd mogelijk voor een paard om dit gedrag uit te voeren. Het dier schiet te kort in de uitvoering van zijn/haar natuurlijk gedrag. Dit veroorzaakt stress. Deze stress wordt gecompenseerd door de endorfine die vrijkomen tijdens het uitvoeren van een stalondeugd.
Ook te weinig ruwvoer en/of te veel krachtvoer zorgt ervoor dat een paard per dag minder kauwt. Er wordt minder speeksel geproduceerd. Normaal gesproken wordt het maagzuur enigszins aangevuld en geneutraliseerd door dit speeksel, is dat niet zo, dan is er meer maagzuur aanwezig. Dit zorgt voor een onbehagelijk gevoel en veel paarden gaan dan luchtzuigen.
Stress kan ook vele andere oorzaken hebben, zoals te veel onrust op stal of door een verkeerde manier van trainen.
Kan ik mijn paard een stalondeugd afleren?
Er zijn vele manieren en hulpmiddelen om stalondeugden tegen te gaan. Voorbeelden zijn antiweefrek, muilkorf en luchtzuigband. Deze middelen worden veelal afgeraden. Je voorkomt alleen maar dat je paard het gedrag kan uitvoeren, maar je neemt niet de stressfactor weg en je leert het gedrag ook niet af. Je pakt dus niet de oorzaak aan en dit is juist heel onvriendelijk. Vaak zie je ook dat deze middelen ertoe leiden dat het paard een ander stalondeugd gaat ontwikkelen. Gedrag is niet zomaar af te leren, zeker stereotypieën niet. In alle gevallen wordt aangeraden om met een gedragstherapeut aan de slag te gaan en niet zomaar zelf wat te proberen. Vaak worden de technieken door ondeskundige mensen nét niet helemaal goed uitgevoerd, waardoor je het probleem alleen maar verergert.
Wat altijd wél goed is, is om de natuurlijke leefomstandigheden zoveel mogelijk na te streven. Dus zorg voor voldoende weidegang, sociaal contact en rust. Ook de mogelijkheid om continue ruwvoer te eten (hier bestaan bijvoorbeeld slow-feeders voor), afwisselende training en speeltjes zorgen voor verbetering van de leefomstandigheden van je paard. Neem ook eens een kijkje in de webshop voor verschillende mogelijkheden. Als weidegang niet mogelijk is, haal je paard dan zo vaak mogelijk van stal. Daarbij geldt; vaker is beter dan langer.
Een paard op stal heeft een stalondeugd, kan mijn paard dit van hem/haar leren?
Het is nooit wetenschappelijk bewezen dat dit gebeurt. Als er meerdere paarden op stal zijn die een stalondeugd vertonen, dan is de kans groot dat dit wordt veroorzaakt door een stressfactor op stal. Zoals de manier van huisvesten, de stalinrichting of onrust.
Paard kopen of verkopen
Je bent verplicht te melden aan een nieuwe eigenaar als je een paard verkoopt met een stalondeugd. Andersom is het ook zo dat als je een paard koopt en hij/zij vertoont kort na de aankoop een stalondeugd, dit koopvernietigend is. Let er altijd op, voordat je een paard koopt, of het stalgebreken heeft. Dit kun je gemakkelijk doen door het paard op stal te observeren.